Net zat ik een tijdje gewoon lekker in de tuin. Het is weer zonnig na een lange periode van hoosbuien en grijze wolken.
Het weer is gewoon het weer en de stemming die het weer in me oproept is gewoon een stemming. Eigenlijk is dat nooit een probleem. Het echte probleem is dat het denken verslaafd is aan voorkeuren voor dit liever dan dat, zon liever dan regen, mooi liever dan lelijk, gelukkig veel liever dan down. Regen is gewoon regen tenzij IK er een voorkeur aan vast plak en daar vervolgens naar ga leven. Ik ben niet deze voorkeuren. Wat is er voorbij die voorkeuren? Simpelweg zijn. Geen waarnemer, niets dat waargenomen wordt en niets dat waarneming kan worden genoemd. Simpel weg zijn is voorbij alle ervaren. En dan nu naar Albert Heijn, want de kinderen komen eten en ik wil nog naar de tentoonstelling van Margot Rood.
Meester Joshu
De meesten van jullie weten al wel dat Meester Joshu een bijzonder plaats in mijn beoefening inneemt. Dus na een lange periode van zomerstilte in het blogje ga ik het nieuwe seizoen maar eens openen met een van de vele koans waarin hij een rol speelt.
Een monnik vroeg aan meester Joshu: “Wat is het éne woord.” Joshu kuchte. De monnik zei: “Dat is het! Dat is het, nietwaar?” Joshu zei: “Ik kan verdorie zelfs niet eens meer hoesten.”
De vraag van die monnik uit de negende eeuw is uiterst kort en puntig en nog steeds heel erg relevant. Vandaag zou de monnik misschien vragen: “Als ik naar binnen kijk in mezelf, wat is het dan dat woorden en geluiden hoort?” Joshu kucht. Spontaan. Direct. Nu. Ontdaan van ideeën en concepten. Ontdaan van zelf. De monnik hoort/ziet dat. En ook dat horen en zien is even direct, spontaan en ontdaan van zelf. “Wat is het dat hoort”, is nu simpelweg HOREN. En vervolgens trekt de monnik weer conclusies. Hij trekt de ervaring onmiddellijk naar zich toe en maakt het “mijn” ervaring. En hij roept enthousiast: “Dat is het!?” En Joshu verzucht (zonder twijfel met een brede grijns): “Ik kan niet eens meer hoesten zonder dat daar weer een “ervaring” van gemaakt wordt.”
Onder mijn werktafel slaakt Flint (onze hond) een diepe zucht.
De schatkamer
Een Koan uit “Zen Flesh, Zen bones” van Paul Reps.
Daiju bezocht meester Baso in China. Baso vroeg hem: “Wat zoek je”? Daiju antwoordde: “Verlichting”. Baso vroeg: “Je heb je eigen schatkamer. Waarom zoek je daarbuiten”? Daiju vroeg: “Waar is mijn schatkamer”? Baso antwoordde: “Dat wat je zoekt is je schatkamer”. Met die woorden ervoer Daiju diepe verlichting en vanaf die dag zei het steeds tegen ieder die bij hem kwam: “Open je eigen schatkamer en gebruik die schatten”.
Mijn vragen zijn telkens weer te herleiden tot die ene kernvraag. De meest existentiële vraag die er is, namelijk: “Wie ben ik? Wie en wat ben ik werkelijk”? Het is die vraag die steeds weer in mijn binnenste opwelt, (niet de vele antwoorden die ik van moment tot moment produceer) die me opent. De vraag stelt in staat om ieder antwoord te laten opkomen. De vraag stelt in staat om dat antwoord ook weer los te laten. Steeds verder openen. Alomvattend ZIJN en dan weer verder. Ik wens jullie allemaal een mooie vakantietijd.
Paris Gare du Nord
Paris Gare du Nord. Een station als geen ander. Een tijdje geleden schreef ik over luchthavens dat ze op een of andere wijze eenvormig lijken, maar dat geldt zeker niet voor het Gare du Nord. Het Gare du Nord heeft een geheel eigen karakter. Heel de wereld komt hier voorbij (ik hoor Frans, Engels, Nederlands, Duits, Spaans, Arabisch, Chinees, een ruime sortering Afrikaanse talen, en talen die ik helemaal niet thuis kan brengen) en juist dat maakt het Gare du Nord uniek. Het is als een gesprek-cirkel, de oefening in spreken en luisteren vanuit het hart die we regelmatig in sesshin in Parijs doen. We zien de eenheid van diversiteit, de diversiteit van eenheid. In de al omvattende leegte ontstaan alle vormen. Ik moet denken aan een citaat van Nissargadatta Maharaj: “Alle komen en gaan, alle verschijnen en verdwijnen vindt plaats tegen een eeuwige, onveranderende en volledig lege achtergrond”. Ik ben de verschijnende en verdwijnende vorm én ik ben de de lege, niets wetende achtergrond. In die zo-heid is alles anders. In die zo-heid is alles precies zoals het is.
Sesshin in Alandi
De vierdaagse sesshin in Steyl is weer voorbij. Het is niet zo maar te beschrijven wat zo’n periode van vier dagen met ons doet. Het was intens, vrolijk, liefdevol, pijnlijk op sommige momenten. Er was twijfel, verdriet, warmte, plezier, kortom het hele leven was aanwezig, alleen veel directer en intenser dan in ons normale dagelijkse bestaan.
De cirkel op zondag was prachtig. Iedereen heeft gesproken, iedereen had een eigen verhaal en toch herkende ik ieder verhaal. Die herkenning, weten dat die ander op geen enkele wijze los is van mij, deel is van mij, mij IS, dat is zo’n mooi aspect van de cirkel. Iedereen die sprak was op dat moment de leraar van de cirkel. veertien leraren, één leraar. Veertien harten één alomvattend hart.
Werksesshin
De werksesshin in Parijs is net afgelopen en er heerst een diepe rust in het huis aan de Avenue Pasteur. Bijna iedereen is weg en de permanente bewoners liggen allemaal op apegapen want er is verschrikkelijk hard gewerkt. Deze week was bijzonder. We zaten alleen in de vroege ochtend en late avond en verder was er een eindeloze hoeveelheid kluswerk, schilderwerk, schoonmaakwerk, reparatiewerk, enzovoorts. Er waren geen toespraken, nauwelijks dokusan, geen oryoki, alleen maar samu, alleen maar meditatief werken. Het was zo mooi en inspirerend om te zien hoeveel liefde zat in de bereidheid van mensen om te geven. Ze geven hun werk, hun vaardigheden, hun energie met zoveel liefde, met zoveel plezier. Het is een diep voorrecht om daar deel van te mogen zijn. Ik heb deze week ook zorgvuldig gekeken naar de manier waarop ik dingen vraag. Iemand VERTELLEN wat die MOET doen (het toilet leegruimen, de muren afnemen met ammonia en de randen afplakken) is heel anders dan iemand echt vanuit mijn hart zo open mogelijk VRAGEN, of die dat zou WILLEN doen. De vraag geeft de vrijheid om de te kiezen waardoor de wens om te geven, om lief te hebben, extra ruimte en nadruk krijgt. Regelmatig kwam deze week voor mij de vraag op: Wie is degene die mensen verteld wat ze moeten doen? Wie is die Michel die alles af wil hebben? Zien dat die geen substantie heeft schept de ruimte waarin vragen en responsen direct van hart tot hart stromen.
Wie ben ik?
Een sesshin in Parijs, met de Parijse Sangha en mijn leraar, is altijd weer heel gewoon bijzonder. Maar wat maakt het nu zo bijzonder? Soms vraag ik me af wat de kern van deze oefening is. Ik zou een betoog kunnen houden over de Boeddha-dharma (what the bleep is….?). Of de weg beschrijven door de rommelige zooi issues, emoties en gevoelens die opkomen (en die me soms fkink van mijn stuk kunnen brengen). Maar momenteel is de kern van deze oefening voor mij eenvoudigweg zien dat ik niet die issues, emoties en gevoelens ben. Dat ik niet mijn gedachten en ideeën en herinneringen ben. “Ik” is verslaafd aan samenhang, aan oorzaak en gevolg, aan continuïteit, aan verhalen. Maar ik ben niet dit verhaal dat ik “mijn leven” noem. Wat ik werkelijk ben is niet in woorden te vatten en tegelijk wel te benaderen als ik zeg: Ik ben de grenzeloze, niets wetende en niets kennende achtergrond waarin alle wezens, objecten, gebeurtenissen, gedachten en gevoelens verschijnen en gezien worden. Ik ben alle dingen, ik ben de relatie tussen alle dingen en ik heb een relatie met alle dingen. Ik ben liefde, én ik ben verliefd.
Weer op weg naar Parijs
Ik zit in de Thalys op weg naar Parijs en weet dat dit stukje pas over een week of twee op het internet gaat verschijnen. Gek idee eigenlijk. Ik schrijf dit nu en heb geen idee wanneer jij (wie je ook bent) dit leest. Ik praat nu, ik schrijf nu, dit zijn mijn gedachten en gevoelens van nu. Dit nu strekt zich eindeloos uit. Nu is eeuwig. En als jij dit leest zijn deze gedachten ook jouw gedachten. Ze zijn van jou en ze zijn de mijne. Jij en ik. Twee is een.
Schoonmaken voorbij zuiver en onzuiver
Vanavond hadden we het over een koan uit de Denkoroku, een prachtige verzameling koan die de essentie van overdracht van leraar op leerling van heel veel kanten belicht. Eén van de verhalen gaat als volgt: “Tendo NyoJyo Osho kwam bij Setcho. Setcho vroeg hem: “Hoe kun je reinigen wat vanaf de oorsprong onrein is?” Tendo NyoJyo werke meer dan een jaar met deze koan. Toen, in een plotseling diep inzicht zei hij: “Ik heb die reinheid overwonnen.”
Het gesprek van vanavond ging over al die verschillen en onderscheiden die we maken. Ik wil gelukkig zijn en niet ongelukkig. Ik wil helder zijn en niet verward. Ik wil de stilte in mezelf ontdekken en de herrie stil zetten. Telkens het een wel en het andere niet. Ik trek voortdurend grenzen en wil dan aan de “goede” kant komen of blijven. En dat terwijl de grenzen die ik trek ook nog voortdurend verschuiven. Waar ik even tevreden mee ben ben ik korte tijd verder alweer ontevreden mee. Kan ik voorbij rein en onrein, gelukkig en ongelukkig, helder en verward gaan? Wie ben ik voorbij al die tweedelingen?
Luchthaven
Ik zit in op de luchthaven van Barcelona te wachten op mijn vlucht naar Amsterdam. Het ruikt hier naar hamburgers (McDonalds zit hier ook) en de reizigers, de vloeren, de stoelen, de sfeer, de stemming, kortom alles is universeel. Het maakt nauwelijks uit of ik nu in Schiphol of Barcelona zit te wachten, luchthavens zijn net als McDonalds vestigingen. Het lijkt wel alsof de ontwerpers van luchthavens hebben afgesproken dat ieder onderscheid universeel zou moeten zijn. Deze luchthaven is anders dan Schiphol, maar als deze in Amsterdam zou staan en Schiphol hier in Barcelona, zou dat niemand echt opvallen. De talen op de bordjes vervangen en klaar is Kees. Het eigene is algemeen gemaakt en het resultaat is karakterloosheid. Het geeft totaal geen gevoel van eenheid in verscheidenheid, maar een gevoel van vlakte, geslotenheid en desinteresse. Werkelijk volledig een zijn met alles, is werkelijk volstrekt mezelf zijn en de bereidheid te hebben het diepste eigene van mij te openen en te delen. Dat is intimiteit.