Oryoki

Afgelopen weekeinde hebben we voor het eerst in een sesshin in Venlo de maaltijden in Oryoki-stijl gegeten. Een rituele manier van eten met elkaar die tegelijk diep meditatief en heel erg praktisch is. Het woord Oryoki betekent letterlijk: “Precies de juiste hoeveelheid”. Voor de maaltijd is dat al heel precies en verhelderend. Precies genoeg betekent voor mij eigenlijk bijna altijd: “Minder dan ik dacht”. Voor mijn gezwollen gevoel voor verantwoordelijk zijn voor alles wat er in de sesshin gebeurd (jaja, egotrip, ik weet het), betekent dat hetzelfde. Ik kan me minder druk maken dan ik dacht dat nodig is en dan gaat het eigenlijk beter. Ik vroeg me af of dit niet het antwoord is op zoveel problemen van onze samenleving. Precies genoeg geld (dag bonus, dag armoede), precies genoeg werk, precies genoeg vrije tijd (dag burn-out, dag werkloosheid), precies genoeg voedsel (dag honger, dag obesitas), precies genoeg ……. Is minder nodig? En vooral, is MEER nodig? Proef de bevrijding!

Gewoon heel bijzonder

Heel veel Koans wijzen naar de directheid van het allereenvoudigste. Een voorbeeld is dit: 
Een monnik vroeg Seigen: “Wat is de essentie van het boeddhisme?” Seigen antwoordde: “Wat kost rijst tegenwoordig in Roryo?” (Shoyoroku koan 5). Heel direct en heel precies. Het is de directheid van wat er precies op dit moment is. Hoe gewoon en dagelijks dat ook moge zijn. Maar dat betekent niet dat het gewone alledaagse, gewoon en alledaags is. Mijn ware aard is al omvattend en dat ervaren is adembenemend. Vanuit die ervaring is te zien dat al het alledaagse, al het directe, hoe gewoon ook, adembenemend is. Dat jij heel gewoon adembenemend bent.

Blafhoest

Sinds gisteren heb ik de blafhoest. Ik loop ietwat wankel door het huis, het snot loopt uit de daarvoor aangewezen openingen en ik hoest me de longen zowat uit mijn ribbenkast. Het geluid klinkt als een zeehond die om haring roept. Vanmiddag heb ik Roshi gebeld en verteld dat ik dit keer niet naar Parijs kom. Het gaat gewoon niet, en bovendien heb ik geen zin om de halve Parijse Sangha te besmetten. Dit is in zeventien jaar tijd de tweede sesshin die ik af moet zeggen wegens ziekte en ik heb er flink de balen van. In Koan 87 van de Hekiganroku zegt meester Unmon: “ziekte en medicijn horen bij elkaar (helen elkaar). De hele wereld is medicijn. Wat ben jij?” Ik luister naar mijn geblaf. Niet naar Parijs. Job heeft de treintickets al omgeboekt (de engel) Een rustig weekeinde. Beetje bijkomen. Hoest, waf, kuch.

Commitment

Eergisteren spraken we in de Zendo over commitment en sinds dat gesprek is me duidelijker geworden dat ik preciezer wil omschrijven wat die term nu eigenlijk inhoud voor mij. Jaren geleden heb ik me gecommiteerd aan deze oefening die we zen noemen. En ik heb me gecommiteerd aan mijn leraar. Maar wat betekent dat nu eigenlijk? Betekent dat, dat ik andere dingen heb verwaarloosd? Ik weet dat Helen en mijn kinderen als gevolg van dat commitment mij vaak hebben moeten missen. Maar betekent dat ook dat mijn commitment aan hen dus minder is geweest? Mijn antwoord is nee. Mijn commitment aan zen en Roshi heeft ook mijn commitment aan mijn gezin vergroot. Het was niet of-of maar en-en. Commitment is overgave aan zen, aan mijn leraar, aan mijn gezin, aan mijn weg. Overgave aan mijn leven, inclusief de twijfels, de angsten, de dilemma’s, aan de ogenschijnlijke tegenstrijdigheden. Uiteindelijk is die overgave een overgave aan leven, niet mijn leven. Overgave aan leven is juist het loslaten van MIJN leven. En dat commitment is een enorme bevrijding.

Gelukkig nieuwjaar

Het nieuwe jaar is begonnen. Wat een enorme hoeveelheid lieve en warme groeten en wensen hebben we de afgelopen weken ontvangen. Zoveel mensen, zoveel verschillende uitingen! Kaarten in alle soorten en maten, brieven, mailtjes, hele websites en zelfs persoonlijk gebrachte nieuwjaarwensen. En tegelijkertijd is de kern van die verschillende persoonlijke uitingen één al omvattende uiting van liefde en intimiteit. De tienduizend dingen en tegelijk één Boeddha-natuur. 
Het eerste blaadje van de zenkalender van 2010 citeert Meester Bankei:

“Wat doet het er toe, het nieuwe jaar, het oude jaar?
Ik strek mijn benen en helemaal alleen doe ik een rustig dutje.
Ga me nu me niet vertellen dat de monniken hun onderricht niet krijgen.
Hier en daar zingt een nachtegaal;
De hoogste vorm van zenmeditatie.”

Ik wens jullie een mooi, gelukkig, gezond en stralend liefdevol 2010.

Boeddha en ik

Gisterenavond tijdens een bijeenkomst in Venlo viel zomaar uit mijn mond dat ik van God wel los ben. Iemand sprak me daar op aan en vroeg wat ik daarmee bedoelde. Ik moest denken aan een koan van meester Rinzai: “Als je een Boeddha ontmoet op de weg, doodt hem dan”. Wat ik bedoelde te zeggen is dat ik los wil van ieder idee over wat God (of Boeddha is), dat ik iedere verwijzing naar iets buiten mijzelf (iets hogers en heiligers dat ik nog zou moeten bereiken en waar ik zou moeten streven) radicaal wil verwijderen. Geen enkel idee, geen enkel concept. Wie ben ik? Zeggen dat ik Boeddha ben is hetzelfde als zeggen dat ik niet weet wie ik ben. Zo grensloos zijn, zo grensloos mezelf zijn. Is dat wat Bodhidharma bedoelde toen hem gevraagd werd wie hij was en hij antwoordde “Dat weet ik niet”? (Shoyoroku koan 2).

Stilte

Wat zou ik kunnen zeggen over stilte zonder te vervallen in de tegenstelling tussen stilte en geluid, tussen spreken en zwijgen? 
Vanavond zei iemand in de zendo dat je wel in stilte kan zitten, maar dat dat meestal niet betekent dat er van binnen ook stilte is. Zo helder! Mijn logische en lawaaierige brein laat geen stilte toe. Maar als ik alle onderscheid laat vallen en spreken en zwijgen zonder verdere uitleg en betekenis blijven, dan zijn mijn woorden vervuld van stilte. En mijn stilte is vervuld van alle geluiden. Geen enkel woord kan de betekenis beschrijven van mijn ware aard en tegelijkertijd is ieder woord een expressie daarvan.

Telkens loslaten

Vanochtend nèt voor zazen, scheurde ik het blaadje van 25 november af van de zenkalender die ik ieder jaar krijg van een dierbare vriend. Even een flits van Charlotte Joko Beck: “Verlichting is niet iets wat je bereikt. Het is de afwezigheid van iets. Je hele leven lang al ben je op weg geweest naar iets, heb je een of ander doel nagestreefd. Verlichting is dat allemaal loslaten”.

Moe

Een cliënt belde net om te zeggen dat ze aanzienlijk later gaat komen dan ze voorzien had. Dus ik moet even een afspraak omzetten. Een collega belde kort daarvoor om advies te vragen over een computerprobleem. Even stoppen met schrijven en meedenken dus. Het toetsenbord van mijn laptopje weigert dienst. GVD! Dat is een probleem dat ik zelf niet op kan lossen. Allemaal onverwachte situaties waar ik maar mee moet zien te dealen. Soms (eerlijk gezegd vaak) vind ik dat maar lastig. Dan ga ik me er druk om maken en wordt het me allemaal te veel op een gegeven moment. Dat gaat mijn bange brein roepen: “Dat kan ik toch niet aan allemaal?” Het valt me de laatste tijd erg op dat als ik het druk heb en moe ben en het gewoon zo laat zijn, dat ik dan veel minder last heb van drukte en moeheid. Maar als mijn IK daaraan toevoegt: “Jeetje wat ben ik moe zeg! En net nu ik het zo druk heb”, dan versterk ik de vermoeidheid en de stress en ga ik daaraan lijden. Kan er zonder IK gewoon moe zijn? Moe is.

Ontmoetingen

Iedere dag brengt tientallen ontmoetingen. Intense, bijvoorbeeld die met mijn cliënten of mijn mede-beoefenaren in de zendo, en minder intense, bijvoorbeeld met de cassiëre van de Albert Heijn. In iedere ontmoeting kan ik (als ik wil) de ander volledig tegenkomen. En daarin kom ik dus ook volledig mezelf tegen. Jammer genoeg ben ik in die ontmoetingen meestal vooral bezig met andere dingen dan de ontmoeting zelf. Ik ben bezig met mijn gedachten, mijn wensen, mijn doelen, mijn gevoelens, en heel vaak met de vraag: “Wat zal die ander van me vinden? Doe ik het goed? Doe ik het niet goed?” Kortom; IK ben bezig met IK en alle dingen die IK belangrijk vind en die me telkens afbrengen van datgene in mij wat er hier en nu is. 
Rumi schreef ooit: “Ver voorbij ideeën over juiste handelingen en onjuiste handelingen, ligt een veld. Daar zal ik jou ontmoeten”.