Een sesshin in Parijs, met de Parijse Sangha en mijn leraar, is altijd weer heel gewoon bijzonder. Maar wat maakt het nu zo bijzonder? Soms vraag ik me af wat de kern van deze oefening is. Ik zou een betoog kunnen houden over de Boeddha-dharma (what the bleep is….?). Of de weg beschrijven door de rommelige zooi issues, emoties en gevoelens die opkomen (en die me soms fkink van mijn stuk kunnen brengen). Maar momenteel is de kern van deze oefening voor mij eenvoudigweg zien dat ik niet die issues, emoties en gevoelens ben. Dat ik niet mijn gedachten en ideeën en herinneringen ben. “Ik” is verslaafd aan samenhang, aan oorzaak en gevolg, aan continuïteit, aan verhalen. Maar ik ben niet dit verhaal dat ik “mijn leven” noem. Wat ik werkelijk ben is niet in woorden te vatten en tegelijk wel te benaderen als ik zeg: Ik ben de grenzeloze, niets wetende en niets kennende achtergrond waarin alle wezens, objecten, gebeurtenissen, gedachten en gevoelens verschijnen en gezien worden. Ik ben alle dingen, ik ben de relatie tussen alle dingen en ik heb een relatie met alle dingen. Ik ben liefde, én ik ben verliefd.