Maandelijks archief: oktober 2011

De maan en de druppel

Tijdens de sesshin in Parijs gebruikte Roshi de volgende tekst van Dogen Zenji (Shobogenzo), die zo mooi en helder is dat ik die graag met jullie deel:
“Verlichting is als de maan, weerspiegeld in het water. De maan wordt niet nat en het water wordt niet doorboord. Hoewel haar licht breed en groots is, wordt de maan zelfs door een plasje van een centimeter weerspiegeld. De hele maan en de gehele hemel worden weerspiegeld door de dauwdruppels op het gras, zelfs in één druppeltje water.
Verlichting splitst je niet in delen, net zoals de maan het water niet breekt. Je kunt verlichting niet hinderen, net zo min als dat een druppel de maan hindert in de hemel. De diepte van de druppel is de breedte van de maan. Elke weerspiegeling, hoe lang of kort die ook duurt, manifesteert de weidsheid van de dauwdruppel en realiseert de grenzeloosheid van het maanlicht in de hemel.”

Worden wie je bent?

Monnik Baso zat eens te mediteren. Zijn leraar, Nangaku Ejo, vroeg: “Wat ben je aan het doen?” Baso sprak: “Ik wil Boeddha-schap bereiken.” Nangaku nam een tegel, ging tegenover Baso zitten en begon de tegel te poetsen. Baso vroeg: “Meester, wat bent u aan het doen?” Nangaku zei: “Ik probeer van deze tegel een spiegel te maken.” Baso vroeg: “Hoe kunt u een spiegel maken door een tegel te poetsen?” Nangaku zei: “Als ik geen spiegel kan maken door een tegel te poetsen, hoe kan je dan Boeddha-schap bereiken door te mediteren?”

Wat is het doel van onze beoefening? Als we zitten in meditatie worden we uitgenodigd om onze geest tot meer rust te brengen, onze concentratie te verdiepen, onze aanwezigheid telkens weer terug te brengen naar hier en nu. We verzetten ons niet tegen het opkomen van gedachten (wat ook alleen maar weer een nieuwe gedachte is) en evenmin we houden vast aan de voorbijkomende gedachten (wat ook weer ….). Iemand in de Parijse Sangha beschreef shikantaza (met héél je hart zitten) ooit als volgt: “Ik ben vrij van mijn gedachten, en mijn gedachten zijn vrij van mij”.
We moeten daar op oefenen en ontwikkelen discipline en concentratie. En tegelijkertijd is dit het laten varen van alle doelen. Niets om vast te houden, niets om los te laten. Zittend in zazen brengen we tot uitdrukking dat we nu, op dit ogenblik, ZIJN. Ik en Boeddha. Ik en al. Niet twee.

PS: Baso werd een van Nangaku’s opvolgers en was de leraar van Nansen die op zijn beurt de leraar was van Joshu. Baso was dus Joshu’s Dharma-grootvader.

STOP 2

Ergens las ik “Love is to stop comparing”. Ik heb geen idee van wie die uitspraak is. Mezelf vergelijken met ….. Met anderen (mijn zelfgemaakte zelfbeeld vergelijken met het zelfgemaakte beeld dat ik heb van anderen). Met mijn ideale zelf (mijn zelfgemaakte zelfbeeld vergelijken met de beelden die ik heb van hoe ik zou moeten zijn). Eigenlijk is dat vergelijken van mezelf een continue geweldpleging. Het is het voortdurende voeden van zelfverwijt, zelfhaat, zelfingenomenheid, enzovoorts. En dat is ook het voortdurende in stand houden van mijn zelfbeeld, een voortdurende gewelddadige poging tot bevestiging van het bestaan van IK. Bijna een weigering om te ontwaken uit een (vaak nare) droom. We hebben zelfs nog liever een uiterst negatief zelfbeeld dan dat we onszelf durven loslaten, vergeten. Liefde is: De droom die mijn zelf is loslaten, vergeten. En ontwaken in wat is.
Dogen Zenji schreef in wat waarschijnlijk zijn beroemdste citaat is:
“Het beoefenen van het pad van ontwaken is het beoefenen van het bezien van het zelf. Het bezien van het zelf is het vergeten van het zelf. Het vergeten van het zelf is ontwaken in de werkelijkheid van de tienduizend dingen. Het ontwaken in de werkelijkheid van de tienduizend dingen is het loslaten van lichaam en geest van het zelf en van anderen. Elk spoor van verlichting wordt uitgewist en deze spoorloze verlichting is eeuwig”.