In 1983 had de Duitse zangeres Nena een hit met Neunundneunzig Luftballons. Een anti-oorlog-disco-hit waaraan ik persoonlijk mooie herinneringen koester (die overigens meer met Helen en mij te maken hebben dan met de inhoud van het nummer). Ik hoorde laatst in het centrum van Den Haag een flard ervan en kreeg die niet meer uit mijn hoofd. Dus (dank u YouTube) zocht ik Nena en Neunundneunzig Luftballons weer eens op (klik maar op de link). Het nummer zelf doet me nu niet meer zoveel maar de clip met de exploderende luchtballonnen deed wel wat.
Mijn kleine ik-zelf denkt te wonen in een ballon. En die ballon is een geloof. Een geloof in een ik-zelf dat op zichzelf staat, onafhankelijk, vrij en veilig is. Alles OK. Maar tegelijkertijd is het allemaal niet OK, want de ballon blijkt geen bescherming te bieden tegen eenzaamheid, angst, agressie, machteloosheid, jaloezie, ziekte, ouderdom en dood. En continue word ik-zelf geconfronteerd met situaties waaruit dit ook blijkt. De ballon ontploft telkens weer. Het leven prikt hem door en de klap kan hard zijn.
Hoewel we héél veel tijd en inspanning investeren in het maken en in stand houden van dit geloof in een losstaand, individueel en onafhankelijk ik-zelf, weten we ook wel dat het helemaal niet reëel is. Maar we proberen dat níet te zien, we negeren het. En dat hardnekkige negeren veroorzaakt stress en angst. Het is het ballonnen blazen, het vasthouden aan de gewoonte van dit geloof, het vasthouden aan – en centraal stellen van ik-zelf, dat ons de angst in jaagt. Het ik-zelf woont niet in een ballon, het ik-zelf ís de ballon. Het ik-zelf heeft niet een geloof, het ik-zelf ís het geloof.
Dus wat zou er gebeuren als we die gewoonte zouden loslaten? Als we op zouden houden met vasthouden aan het geloof in een ik-zelf dat op zichzelf staat, onafhankelijk en vrij is en los staat van alle “anderen”? Wat zou er gebeuren als we ik-zelf niet meer centraal stellen en niet meer vanuit dat centrum proberen te leven? Wat zou er gebeuren?