Categoriearchief: 2010

Werksesshin

De werksesshin in Parijs is net afgelopen en er heerst een diepe rust in het huis aan de Avenue Pasteur. Bijna iedereen is weg en de permanente bewoners liggen allemaal op apegapen want er is verschrikkelijk hard gewerkt. Deze week was bijzonder. We zaten alleen in de vroege ochtend en late avond en verder was er een eindeloze hoeveelheid kluswerk, schilderwerk, schoonmaakwerk, reparatiewerk, enzovoorts. Er waren geen toespraken, nauwelijks dokusan, geen oryoki, alleen maar samu, alleen maar meditatief werken. Het was zo mooi en inspirerend om te zien hoeveel liefde zat in de bereidheid van mensen om te geven. Ze geven hun werk, hun vaardigheden, hun energie met zoveel liefde, met zoveel plezier. Het is een diep voorrecht om daar deel van te mogen zijn. Ik heb deze week ook zorgvuldig gekeken naar de manier waarop ik dingen vraag. Iemand VERTELLEN wat die MOET doen (het toilet leegruimen, de muren afnemen met ammonia en de randen afplakken) is heel anders dan iemand echt vanuit mijn hart zo open mogelijk VRAGEN, of die dat zou WILLEN doen. De vraag geeft de vrijheid om de te kiezen waardoor de wens om te geven, om lief te hebben, extra ruimte en nadruk krijgt. Regelmatig kwam deze week voor mij de vraag op: Wie is degene die mensen verteld wat ze moeten doen? Wie is die Michel die alles af wil hebben? Zien dat die geen substantie heeft schept de ruimte waarin vragen en responsen direct van hart tot hart stromen.

Wie ben ik?

Een sesshin in Parijs, met de Parijse Sangha en mijn leraar, is altijd weer heel gewoon bijzonder. Maar wat maakt het nu zo bijzonder? Soms vraag ik me af wat de kern van deze oefening is. Ik zou een betoog kunnen houden over de Boeddha-dharma (what the bleep is….?). Of de weg beschrijven door de rommelige zooi issues, emoties en gevoelens die opkomen (en die me soms fkink van mijn stuk kunnen brengen). Maar momenteel is de kern van deze oefening voor mij eenvoudigweg zien dat ik niet die issues, emoties en gevoelens ben. Dat ik niet mijn gedachten en ideeën en herinneringen ben. “Ik” is verslaafd aan samenhang, aan oorzaak en gevolg, aan continuïteit, aan verhalen. Maar ik ben niet dit verhaal dat ik “mijn leven” noem. Wat ik werkelijk ben is niet in woorden te vatten en tegelijk wel te benaderen als ik zeg: Ik ben de grenzeloze, niets wetende en niets kennende achtergrond waarin alle wezens, objecten, gebeurtenissen, gedachten en gevoelens verschijnen en gezien worden. Ik ben alle dingen, ik ben de relatie tussen alle dingen en ik heb een relatie met alle dingen. Ik ben liefde, én ik ben verliefd. 

Weer op weg naar Parijs

Ik zit in de Thalys op weg naar Parijs en weet dat dit stukje pas over een week of twee op het internet gaat verschijnen. Gek idee eigenlijk. Ik schrijf dit nu en heb geen idee wanneer jij (wie je ook bent) dit leest. Ik praat nu, ik schrijf nu, dit zijn mijn gedachten en gevoelens van nu. Dit nu strekt zich eindeloos uit. Nu is eeuwig. En als jij dit leest zijn deze gedachten ook jouw gedachten. Ze zijn van jou en ze zijn de mijne. Jij en ik. Twee is een.

Schoonmaken voorbij zuiver en onzuiver

Vanavond hadden we het over een koan uit de Denkoroku, een prachtige verzameling koan die de essentie van overdracht van leraar op leerling van heel veel kanten belicht. Eén van de verhalen gaat als volgt: “Tendo NyoJyo Osho kwam bij Setcho. Setcho vroeg hem: “Hoe kun je reinigen wat vanaf de oorsprong onrein is?” Tendo NyoJyo werke meer dan een jaar met deze koan. Toen, in een plotseling diep inzicht zei hij: “Ik heb die reinheid overwonnen.” 
Het gesprek van vanavond ging over al die verschillen en onderscheiden die we maken. Ik wil gelukkig zijn en niet ongelukkig. Ik wil helder zijn en niet verward. Ik wil de stilte in mezelf ontdekken en de herrie stil zetten. Telkens het een wel en het andere niet. Ik trek voortdurend grenzen en wil dan aan de “goede” kant komen of blijven. En dat terwijl de grenzen die ik trek ook nog voortdurend verschuiven. Waar ik even tevreden mee ben ben ik korte tijd verder alweer ontevreden mee. Kan ik voorbij rein en onrein, gelukkig en ongelukkig, helder en verward gaan? Wie ben ik voorbij al die tweedelingen?

Luchthaven

Ik zit in op de luchthaven van Barcelona te wachten op mijn vlucht naar Amsterdam. Het ruikt hier naar hamburgers (McDonalds zit hier ook) en de reizigers, de vloeren, de stoelen, de sfeer, de stemming, kortom alles is universeel. Het maakt nauwelijks uit of ik nu in Schiphol of Barcelona zit te wachten, luchthavens zijn net als McDonalds vestigingen. Het lijkt wel alsof de ontwerpers van luchthavens hebben afgesproken dat ieder onderscheid universeel zou moeten zijn. Deze luchthaven is anders dan Schiphol, maar als deze in Amsterdam zou staan en Schiphol hier in Barcelona, zou dat niemand echt opvallen. De talen op de bordjes vervangen en klaar is Kees. Het eigene is algemeen gemaakt en het resultaat is karakterloosheid. Het geeft totaal geen gevoel van eenheid in verscheidenheid, maar een gevoel van vlakte, geslotenheid en desinteresse. Werkelijk volledig een zijn met alles, is werkelijk volstrekt mezelf zijn en de bereidheid te hebben het diepste eigene van mij te openen en te delen. Dat is intimiteit. 

Oryoki

Afgelopen weekeinde hebben we voor het eerst in een sesshin in Venlo de maaltijden in Oryoki-stijl gegeten. Een rituele manier van eten met elkaar die tegelijk diep meditatief en heel erg praktisch is. Het woord Oryoki betekent letterlijk: “Precies de juiste hoeveelheid”. Voor de maaltijd is dat al heel precies en verhelderend. Precies genoeg betekent voor mij eigenlijk bijna altijd: “Minder dan ik dacht”. Voor mijn gezwollen gevoel voor verantwoordelijk zijn voor alles wat er in de sesshin gebeurd (jaja, egotrip, ik weet het), betekent dat hetzelfde. Ik kan me minder druk maken dan ik dacht dat nodig is en dan gaat het eigenlijk beter. Ik vroeg me af of dit niet het antwoord is op zoveel problemen van onze samenleving. Precies genoeg geld (dag bonus, dag armoede), precies genoeg werk, precies genoeg vrije tijd (dag burn-out, dag werkloosheid), precies genoeg voedsel (dag honger, dag obesitas), precies genoeg ……. Is minder nodig? En vooral, is MEER nodig? Proef de bevrijding!

Gewoon heel bijzonder

Heel veel Koans wijzen naar de directheid van het allereenvoudigste. Een voorbeeld is dit: 
Een monnik vroeg Seigen: “Wat is de essentie van het boeddhisme?” Seigen antwoordde: “Wat kost rijst tegenwoordig in Roryo?” (Shoyoroku koan 5). Heel direct en heel precies. Het is de directheid van wat er precies op dit moment is. Hoe gewoon en dagelijks dat ook moge zijn. Maar dat betekent niet dat het gewone alledaagse, gewoon en alledaags is. Mijn ware aard is al omvattend en dat ervaren is adembenemend. Vanuit die ervaring is te zien dat al het alledaagse, al het directe, hoe gewoon ook, adembenemend is. Dat jij heel gewoon adembenemend bent.

Blafhoest

Sinds gisteren heb ik de blafhoest. Ik loop ietwat wankel door het huis, het snot loopt uit de daarvoor aangewezen openingen en ik hoest me de longen zowat uit mijn ribbenkast. Het geluid klinkt als een zeehond die om haring roept. Vanmiddag heb ik Roshi gebeld en verteld dat ik dit keer niet naar Parijs kom. Het gaat gewoon niet, en bovendien heb ik geen zin om de halve Parijse Sangha te besmetten. Dit is in zeventien jaar tijd de tweede sesshin die ik af moet zeggen wegens ziekte en ik heb er flink de balen van. In Koan 87 van de Hekiganroku zegt meester Unmon: “ziekte en medicijn horen bij elkaar (helen elkaar). De hele wereld is medicijn. Wat ben jij?” Ik luister naar mijn geblaf. Niet naar Parijs. Job heeft de treintickets al omgeboekt (de engel) Een rustig weekeinde. Beetje bijkomen. Hoest, waf, kuch.

Commitment

Eergisteren spraken we in de Zendo over commitment en sinds dat gesprek is me duidelijker geworden dat ik preciezer wil omschrijven wat die term nu eigenlijk inhoud voor mij. Jaren geleden heb ik me gecommiteerd aan deze oefening die we zen noemen. En ik heb me gecommiteerd aan mijn leraar. Maar wat betekent dat nu eigenlijk? Betekent dat, dat ik andere dingen heb verwaarloosd? Ik weet dat Helen en mijn kinderen als gevolg van dat commitment mij vaak hebben moeten missen. Maar betekent dat ook dat mijn commitment aan hen dus minder is geweest? Mijn antwoord is nee. Mijn commitment aan zen en Roshi heeft ook mijn commitment aan mijn gezin vergroot. Het was niet of-of maar en-en. Commitment is overgave aan zen, aan mijn leraar, aan mijn gezin, aan mijn weg. Overgave aan mijn leven, inclusief de twijfels, de angsten, de dilemma’s, aan de ogenschijnlijke tegenstrijdigheden. Uiteindelijk is die overgave een overgave aan leven, niet mijn leven. Overgave aan leven is juist het loslaten van MIJN leven. En dat commitment is een enorme bevrijding.

Gelukkig nieuwjaar

Het nieuwe jaar is begonnen. Wat een enorme hoeveelheid lieve en warme groeten en wensen hebben we de afgelopen weken ontvangen. Zoveel mensen, zoveel verschillende uitingen! Kaarten in alle soorten en maten, brieven, mailtjes, hele websites en zelfs persoonlijk gebrachte nieuwjaarwensen. En tegelijkertijd is de kern van die verschillende persoonlijke uitingen één al omvattende uiting van liefde en intimiteit. De tienduizend dingen en tegelijk één Boeddha-natuur. 
Het eerste blaadje van de zenkalender van 2010 citeert Meester Bankei:

“Wat doet het er toe, het nieuwe jaar, het oude jaar?
Ik strek mijn benen en helemaal alleen doe ik een rustig dutje.
Ga me nu me niet vertellen dat de monniken hun onderricht niet krijgen.
Hier en daar zingt een nachtegaal;
De hoogste vorm van zenmeditatie.”

Ik wens jullie een mooi, gelukkig, gezond en stralend liefdevol 2010.