Categoriearchief: 2010

Kiva

Sinds een paar dagen staat er op de site een link naar kiva.org. Kiva is een initiatief van twee Amerikanen die geïnspireerd werden door een lezing van Muhammad Yunus. Nobelprijswinaar Yunus is een econoom uit Bangla Desh die een van de pioneers van het zogenaamde micro-krediet is. Kiva leent geen geld uit aan projecten maar garandeerd de leningen van lokale banken en kredietverstrekkers aan ondernemende mensen en groepen in ontwikkelingslanden. Op de site van Kiva kan je zelf intekenen (minimum bedrag is 25 dollar plus administratiekosten) op projecten die je aanspreken. Er is wel wat kritiek op Kiva (evenals op de andere initiatieven op dit terrein) maar de openheid en eerlijkheid waarmee kiva tot nu toe is omgesprongen met de kritiek spreekt me wel aan. Ik vond het in ieder geval een heel mooie en vooral directe en persoonlijke manier van steun geven. Het woord Kiva komy uit het Swahili en betekent Eenheid. Prachtig!

Thérèse van Lisieux

Als we vroeger naar de zomer-sesshin gingen in Vimoutiers in Normandië, kwamen altijd door het stadje Lisieux dat beroemd werd door haar heilige, Thérèse Martin. Ik ben nooit in de kathedraal geweest die tot haar eer is gebouwd in Lisieux, maar we zagen het enorme gebouw liggen als we door het stadje reden. Ik vraag me af wat deze jonge vrouw (ze stierf op 24 jarige leeftijd) die naar haar eigen zeggen “de kleine weg” bewandelde en in het kleine, in het normale dagelijkse leven god zocht, zou hebben gevonden van het pompeuze gevaarte. Haar autobiografie (Histoire d’un âme) overstijgt het gebouw. Een citaat: “Love comprises all vocations. Love is everything and embraces all times and all places. Love is eternal. My place […] is to be love. Thus I shall be everything.”

“Liefde omvat alle roepingen. Liefde is alles en omvat alle tijden en plaatsen. Liefde is eeuwig. Mijn plaats is het om liefde te zijn. Zo zal ik alles zijn.”

Klaar voor sesshin

Morgen begint er een weekeind sesshin in Steyl en Helen en ik zijn bezig met de voorbereidingen. Grappig om te zien dat de voorbereidingen voor een kleine sesshin (twee dagen twaalf deelnemers) niet kleiner zijn dan die voor een grotere sesshin (vier dagen vijftien deelnemers). De aktielijst is even lang, mijn hart is even groot. De sandokai (identiteit van eenheid en verscheidenheid) zegt: “De weg kent geen noordelijke of zuidelijke leraar.” Mijn hart kent geen groot of klein. Voorbij groot en klein is het alomvattende geen. Mijn hart springt op van vreugde! 

Geen agenda

Ik zit sinds maandag in Parijs en de tijd vliegt voorbij. Ik volg gewoon het dagelijkse schema en verder heb ik geen plannen. Dat wil niet zeggen dat ik niets doe. Dagelijkse gesprekken met Roshi, Zazen en Dokusan, een wandeling door Parijs terwijl we gewoon over koetjes en kalfjes kletsen. Schoonmaakwerkzaamheden, even een korte bijeenkomst om de activiteiten van de week door te nemen, de dagen zijn goed gevuld. En tegelijkertijd, geen verder doel dan wat er zich nu aandient. Niets te bereiken, niets te wensen, niets te willen, overgeven aan de eb en vloed van het centrum. Zo dadelijk toch nog eens zien of ik de vlekken op de douche vloer niet alsnog weg kan krijgen.

Modern times

De moderne techniek staat voor niets. Ik zit in Parijs achter mijn oude laptop (model digitale stenen-tijdperk) en schrijf een blogstukje. Zo dadelijk wordt dat het internet op geslingerd en vanavond kan er al iemand in Nederland lezen wat ik heb geschreven. Ik weet niet of dat nu zo geweldig is, maar technisch kon dat vroeger niet toen alles nog met pen en papier ging en internet nog niet bestond. De verbindingen lijken sneller te zijn dan vroeger (froegâh hoor ik de Hagenezen zeggen). Tegelijkertijd weet ik dat nu, exact terwijl ik dit schrijf, een aantal sanghaleden in de zendo aan de Copernicusstraat aan het mediteren is. Ik weet het, ik voel het, en ik voel een diepe verbinding. Jullie zitten daar. Ik zit hier. Verbonden, of we dat nu weten of niet. Het is niet eens nodig dat ik die verbinding ervaar. Die is er en beïnvloedt mijn leven, zelfs zonder dat IK daar een ervaring van hoef te hebben. Ikloos ervaringloos. De warmte die ik voel bij de gedachte aan de sanghaleden in Den Haag, strekt zich zo moeiteloos uit tot alle levende wezens. Ik ga nog een uurtje zitten in de zendo.

Zonnige zondag

Net zat ik een tijdje gewoon lekker in de tuin. Het is weer zonnig na een lange periode van hoosbuien en grijze wolken.
Het weer is gewoon het weer en de stemming die het weer in me oproept is gewoon een stemming. Eigenlijk is dat nooit een probleem. Het echte probleem is dat het denken verslaafd is aan voorkeuren voor dit liever dan dat, zon liever dan regen, mooi liever dan lelijk, gelukkig veel liever dan down. Regen is gewoon regen tenzij IK er een voorkeur aan vast plak en daar vervolgens naar ga leven. Ik ben niet deze voorkeuren. Wat is er voorbij die voorkeuren? Simpelweg zijn. Geen waarnemer, niets dat waargenomen wordt en niets dat waarneming kan worden genoemd. Simpel weg zijn is voorbij alle ervaren. En dan nu naar Albert Heijn, want de kinderen komen eten en ik wil nog naar de tentoonstelling van Margot Rood.

Meester Joshu

De meesten van jullie weten al wel dat Meester Joshu een bijzonder plaats in mijn beoefening inneemt. Dus na een lange periode van zomerstilte in het blogje ga ik het nieuwe seizoen maar eens openen met een van de vele koans waarin hij een rol speelt.
Een monnik vroeg aan meester Joshu: “Wat is het éne woord.” Joshu kuchte. De monnik zei: “Dat is het! Dat is het, nietwaar?” Joshu zei: “Ik kan verdorie zelfs niet eens meer hoesten.”
De vraag van die monnik uit de negende eeuw is uiterst kort en puntig en nog steeds heel erg relevant. Vandaag zou de monnik misschien vragen: “Als ik naar binnen kijk in mezelf, wat is het dan dat woorden en geluiden hoort?” Joshu kucht. Spontaan. Direct. Nu. Ontdaan van ideeën en concepten. Ontdaan van zelf. De monnik hoort/ziet dat. En ook dat horen en zien is even direct, spontaan en ontdaan van zelf. “Wat is het dat hoort”, is nu simpelweg HOREN. En vervolgens trekt de monnik weer conclusies. Hij trekt de ervaring onmiddellijk naar zich toe en maakt het “mijn” ervaring. En hij roept enthousiast: “Dat is het!?” En Joshu verzucht (zonder twijfel met een brede grijns): “Ik kan niet eens meer hoesten zonder dat daar weer een “ervaring” van gemaakt wordt.”
Onder mijn werktafel slaakt Flint (onze hond) een diepe zucht.

De schatkamer

Een Koan uit “Zen Flesh, Zen bones” van Paul Reps.
Daiju bezocht meester Baso in China. Baso vroeg hem: “Wat zoek je”? Daiju antwoordde: “Verlichting”. Baso vroeg: “Je heb je eigen schatkamer. Waarom zoek je daarbuiten”? Daiju vroeg: “Waar is mijn schatkamer”? Baso antwoordde: “Dat wat je zoekt is je schatkamer”. Met die woorden ervoer Daiju diepe verlichting en vanaf die dag zei het steeds tegen ieder die bij hem kwam: “Open je eigen schatkamer en gebruik die schatten”.
Mijn vragen zijn telkens weer te herleiden tot die ene kernvraag. De meest existentiële vraag die er is, namelijk: “Wie ben ik? Wie en wat ben ik werkelijk”? Het is die vraag die steeds weer in mijn binnenste opwelt, (niet de vele antwoorden die ik van moment tot moment produceer) die me opent. De vraag stelt in staat om ieder antwoord te laten opkomen. De vraag stelt in staat om dat antwoord ook weer los te laten. Steeds verder openen. Alomvattend ZIJN en dan weer verder. Ik wens jullie allemaal een mooie vakantietijd.

Paris Gare du Nord

Paris Gare du Nord. Een station als geen ander. Een tijdje geleden schreef ik over luchthavens dat ze op een of andere wijze eenvormig lijken, maar dat geldt zeker niet voor het Gare du Nord. Het Gare du Nord heeft een geheel eigen karakter. Heel de wereld komt hier voorbij (ik hoor Frans, Engels, Nederlands, Duits, Spaans, Arabisch, Chinees, een ruime sortering Afrikaanse talen, en talen die ik helemaal niet thuis kan brengen) en juist dat maakt het Gare du Nord uniek. Het is als een gesprek-cirkel, de oefening in spreken en luisteren vanuit het hart die we regelmatig in sesshin in Parijs doen. We zien de eenheid van diversiteit, de diversiteit van eenheid. In de al omvattende leegte ontstaan alle vormen. Ik moet denken aan een citaat van Nissargadatta Maharaj: “Alle komen en gaan, alle verschijnen en verdwijnen vindt plaats tegen een eeuwige, onveranderende en volledig lege achtergrond”. Ik ben de verschijnende en verdwijnende vorm én ik ben de de lege, niets wetende achtergrond. In die zo-heid is alles anders. In die zo-heid is alles precies zoals het is.

Sesshin in Alandi

De vierdaagse sesshin in Steyl is weer voorbij. Het is niet zo maar te beschrijven wat zo’n periode van vier dagen met ons doet. Het was intens, vrolijk, liefdevol, pijnlijk op sommige momenten. Er was twijfel, verdriet, warmte, plezier, kortom het hele leven was aanwezig, alleen veel directer en intenser dan in ons normale dagelijkse bestaan. 
De cirkel op zondag was prachtig. Iedereen heeft gesproken, iedereen had een eigen verhaal en toch herkende ik ieder verhaal. Die herkenning, weten dat die ander op geen enkele wijze los is van mij, deel is van mij, mij IS, dat is zo’n mooi aspect van de cirkel. Iedereen die sprak was op dat moment de leraar van de cirkel. veertien leraren, één leraar. Veertien harten één alomvattend hart.