De deur en de terreur

Keer op keer treft het me in het hart. Vluchtende mensen op de Brusselse luchthaven, vluchtende mensen in een winkelstraat in Istanbul, vluchtende mensen die vast zitten op de Balkan. Wat is het verschil?
De angst treft iedereen.
De verwondingen, de rouw, het verdriet, de trauma’s; ze treffen iedereen.
De machteloosheid en de wanhoop; ze treffen iedereen.
En we proberen allemaal om aan haat, bommen, verminkingen en dood te ontkomen.
We proberen allemaal om onszelf en degenen die we liefhebben dit alles te besparen.
Het treft iedereen.
We zijn allemaal mensen.

Wie roept dat de grenzen nu dicht moeten, dat we vluchtelingen maar terug moeten sturen, is voor mij in wezen niet anders dan de degene die in de winkelstraat of een terminalgebouw vol vluchtende mensen zijn deur op slot zou doen en niemand meer binnen laat. Ik begrijp de angst die daar achter zit ook. Ik voel die angst ook. Het is dezelfde angst en dezelfde poging om mezelf en degenen die ik liefheb alle mogelijke pijn en angst en verwondingen te besparen. Maar als ik uit angst mijn deur sluit voor vluchtende mensen heb ik de terreur binnen gelaten. Terreur kan ik niet buitensluiten.
Terreur is angst, en die kan ik alleen met open hart en open deur tegemoet treden. Ik kan niet anders. Ik weet geen andere weg.