Categoriearchief: 2008

Loslaten

Gisterenavond kwam het gesprek na het zitten op de noodzaak van loslaten. Moeilijk onderwerp, moeilijke oefening ook. Het probleem zit eigenlijk niet in het loslaten zelf. Dat doen we voortdurend want we moeten wel. Hoe goed we ons leven ook proberen te plannen en te regelen, het leven heeft de neiging onze plannen stelselmatig in de war te brengen. En dan moet je wel loslaten. Maar tegelijkertijd verzetten we ons als gekken tegen de verwarring. Eén van de zitters had een mooie metafoor. Als je in een bootje vaart moet je wel in staat zijn te zeilen. Je moet weten hoe de zeilen te zetten en welke koers je wil houden. Maar als er een storm opsteekt en de stroming je een andere kant opstuurt, kan je dan flexibel zijn en je koers verleggen of hou je snoeihard vast aan je oorspronkelijke koers? Kan ik de stromingen in mijn leven, waar ik geen controle op heb, tegemoet treden met open handen, zonder vast te houden aan het beeld wat ik voor ogen had? Kan ik uiteindelijk alle beelden en ideeën laten varen en van moment tot moment aanwezig zijn in wat is?

Shogen’s Man of Great Strength

Meester Shogen zei, “Waarom kan een man van grote kracht zijn been niet optillen”?
We hebben het hierover gisterenavond gehad (met veel gelach). Aanleiding was een wandeling met de hond,waardoor ik me deze koan (uit de Mumonkan) weer herinnerde. Waarom kan een hond van grote kracht zijn poot niet optillen? Mijn hond Flint doet dat zonder enig probleem. Waar doelt Shogen hierop? Als de werkelijke realiteit is dat er aan mijn kracht geen grens is, als mijn omvang heel het heelal omvat, hoe zou ik dan mijn been kunnen onderscheiden als MIJN been (en dat been optillen)? Ik ga even een eindje lopen.

Sesshin Parijs

Geleidelijk aan begint de sesshin in Parijs in de buurt te komen. Vier dagen zitten in stilte en diep naar binnen kijken. Wat valt daar te zien? Bodhidharma (vijfde eeuw na Christus) werd ooit door Keizer Wu gevraagd, “wat is het heilige principe van de edelste waarheid”? Bodhidharma antwoordde, “er is niets heilig”. De Keizer werd nijdig en vroeg, “wie ben jij dat je zo tegen mij durft te spreken”? Bodhidharma antwoordde, “Dat weet ik niet”. Wat een antwoord! Kan ik zo diep in mezelf kijken dat alle weten, alle ideeën over wie ik ben, weggevallen?
Ik heb zin in de sesshin.